Gepost op

De onbekende kampen van Aktion Reinhardt

De onbekende kampen van Aktion Reinhardt

Belzec – Treblinka – Sobibor

Alexander Williams

De Holocaust begon in Oost-Europa met het massaal doodschieten van Joden in Polen, Baltische staten, Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland. Maar al snel werd gezocht naar andere, minder belastende methoden voor de Duitse soldaten. Hiervoor werden de zogenaamde Aktion Reinhardt-kampen (Belzec, Treblinka en Sobibor) opgezet waarheen de Joden meestal per trein vervoerd werden en met gas vermoord werden. Een relatief onbekende geschiedenis. Ongeveer een derde van de Nederlandse Joden verdween in de gaskamers van Sobibor.

Stichting Sobibor organiseert jaarlijks een verdiepingsreis voor docenten en andere geïnteresseerden naar het oosten van Polen en bezoekt de Aktion Reinhardt-kampen en plaatsen als Lublin, Izbica en Trawniki.  Ter voorbereiding op deze reis kan dit boek gelezen worden. Maar ook is De onbekende kampen van Aktion Reinhardt interessant voor scholieren en andere belangstellenden.

Alexander Williams is promovendus en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de geschreven getuigenissen van overlevenden uit de voormalige Aktion Reinhardt-vernietigingskampen Belzec, Treblinka en Sobibor. Door zich toe te spitsen op de ruimtelijke en temporele aspecten van deze teksten onderzoekt hij waarom overlevenden zichzelf veelal portretteerden als spookachtige figuren – als mensen die zich noch tot de levende noch tot de doden vonden toebehoren. Met behulp van methodologieën geïnspireerd door de filosofie, geschiedenis en astrofysica probeert hij antwoorden te vinden op deze vraag. Hij is verbonden aan Stichting Sobibor en medebeheerder van het European Journal of Life Writing.

Gepost op

Het Joodsche Weekblad

Het Joodsche Weekblad

Hoe de krant van de Joodse Raad een onmisbaar werktuig werd in de Duitse Jodenvervolging

David Kann

Velen weten van het bestaan van Het Joodsche Weekblad, toch hebben maar weinigen zich gewaagd aan een diepgravend onderzoek naar de geschiedenis van deze krant. In deze allereerste monografie over een waar journalistiek wangedrocht wordt uiteengezet waarom en hoe het weekblad een cruciale rol speelde bij de vernietiging van de Nederlandse Joden, een rol die veel groter blijkt te zijn dan tot nu toe werd onderkend.

Er wordt beschreven hoe de Duitse bezetter al in de herfst van 1940 alle Joodse kranten verbood en een eigen Joods weekblad oprichtte voor een exclusief Joods lezerspubliek, zoals ze in Duitsland al deden sinds 1938. Vanaf april 1941 werd Het Joodsche Weekblad het orgaan van de Joodse Raad. De voorzitters Abraham Asscher en David Cohen moesten op last van de Duitsers de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het hoofdredacteurschap op zich nemen. In deze zogenoemde ‘nieuwe editie’ van Het Joodsche Weekblad verschenen de mededelingen en voorschriften van de nazi’s. Abonnees konden verder lezen over Joodse sociale, culturele, educatieve en religieuze zaken of advertenties bekijken die alleen op hen betrekking hadden.

In dit boek komen de dilemma’s aan de orde waarmee de redacteuren en exploitanten van het weekblad te maken kregen. Bovenal werpt het boek licht op de levens van de lezers die zich op de lange weg van isolement en ontbering bevonden, een doodlopende weg die eindigde in massale deportaties.

David Kann (1951), zoon van uit Nederland en Duitsland gevluchte ouders, groeide op in Londen, waar hij allereerst hun talen leerde te spreken. Zijn grootouders van beide kanten en de meeste naaste familieleden werden in Auschwitz-Birkenau, Sobibór en Theresienstadt vermoord. Zij die de oorlog overleefden kwamen terug uit de kampen of de onderduik.

Gepost op

Kampdokter

Kampdokter

in dwangarbeiderskampen onder de rook van Auschwitz

Isaac Cohensius

Op de valreep als arts afgestudeerd in Utrecht. Daarna direct door naar Westerbork. En van daaruit maakte Isaac Cohensius een lange en barre tocht naar diverse zogenoemde ‘Cosel-kampen’ in de buurt van Auschwitz-Birkenau. Dat waren dwangarbeiderskampen ten behoeve van de Duitse industrie, waar Organisation Schmelt een belangrijke rol speelde. Isaac was daar arts, waar hij een niet te benijden rol vervulde tussen de kampbewaking en collega-gevangenen. De arme Amsterdamse Joden vertrouwden hem vaak niet, terwijl de SS hem als Jood minachtte.

Isaac heeft in minimaal zeven van deze kampen in Silezië gewerkt: Niederkrich, Seibersdorf, Blechhammer, Sankt Anna, Faulbrück, Gräditz, Langebielau-Sportschule (Reichenbach). In Blechhammer ontmoet hij de Poolse zussen Eugenia en Frieda Lemberger. Eugenia bezwijkt aan vlektyfus, Frieda is ernstig verzwakt en haalt het net. Na de oorlog trouwt hij met Frieda. Later emigreren ze naar Israel. Over Westerbork en de eerste drie Cosel-kampen heeft Isaac zijn herinneringen rond 1947 op papier gezet. Hij heeft zijn verhaal nooit meer afgemaakt.

‘Naast het belang voor de specifieke geschiedschrijving van het artsenberoep en voor die van de vernietiging van de Nederlandse Joden, is dit boek ook van grote menselijke waarde. Dit ‘egodocument’ bezit een enorme kracht om mensen, iedereen die het wil lezen, te laten invoelen in hoe het was. Voor zover dat ooit mogelijk zal zijn.’

 24.50Boek bestellen

Reis naar Polen

Wij hebben Stichting Holocaustkampen gevraagd om een reis samen te stellen naar Auschwitz-Birkenau en de kampen in de buurt van Auschwitz waar Isaac Cohensius gevangen heeft gezeten en als arts werkzaam is geweest. De reis vertrekt op 10 mei 2025 en wij keren weer terug op 16 mei. Als bijlage treft u een beschrijving van deze reis aan. De reis vindt plaats onder deskundige leiding van Lion Tokkie, voorzitter van Stichting Holocaustkampen. Zie voor meer informatie en aanmelding: https://holocaustkampen.nl/de-7-daagse-reis-naar-auschwitz-en-de-dodenmarsen/

Reisbeschrijving

Gepost op

De politiek van de geschiedenis

De politiek van de geschiedenis

Een beschouwing over herinneringen, geschiedschrijving en multiperspectiviteit

Frank van Vree

De politiek van de geschiedenis is een essay over de politieke dimensies van de publieke herinneringscultuur en de geschiedschrijving. Daarbij gaat het niet alleen om de al dan niet bewuste inzet van de geschiedenis door politici en overheden, in democratische zo goed als in autoritair geregeerde landen, maar ook om alledaagse omgangsvormen met het verleden, in het onderwijs, de media, de kunsten of de musea. Zelfs de geschiedschrijving, die streeft naar zo aannemelijk mogelijke, wetenschappelijk onderbouwd beeld van het verleden, heeft onvermijdelijk politieke dimensies. Deze argumenten worden geïllustreerd met concrete voorbeelden, zoals de wereldwijde opkomst van gemusealiseerde plaatsen van terreur en de ‘memory wars’, in het oosten van Azië, maar vooral in Oost-Europa en Rusland, waarvan een rechte lijn loopt naar de huidige oorlog in de Oekraïne. In dit krachtenveld is het de taak van de historicus om zich – met alle hindernissen en beperkingen – te verdiepen in het denken en de drijfveren van alle historische actoren. Een dergelijke multiperspectiviteit is onmisbaar voor een beter begrip van het verloop van historische gebeurtenissen en daarmee voor een overtuigender interpretatie van dat verleden. Geschiedschrijving kan dus niet zonder multiperspectiviteit – een zienswijze die zo oud is als de geschiedschrijving, en geen uitvinding van cultuurmarxisten of woke historici, zoals nationalistische en andere ideologische gelovigen verkondigen.

Frank van Vree is em. hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het niod en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Hij publiceerde een groot aantal studies op het terrein van de moderne geschiedenis en historische cultuur.

 0.00Boek bestellen

Gepost op

Loe Lap – de dumpkoning

Loe Lap – de dumpkoning

Jodenbuurt – onderduik – geld en roem

René Görtzen

Een Joods leven in de twintigste eeuw. Loe Lap (1914-1993) was een kleurrijke, bekende en invloedrijke man. Zijn dumpwinkels waren een groot succes. Loe Lap was zich als socialist bewust van de politieke, economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en met name de steeds weer opborrelende antisemitische geluiden raakten hem. Meteen na de oorlog en ook later als ‘rijke Jood’ merkte hij dat de antisemitische stem niet versleten was maar alleen zachter klonk. Die ervaring droeg ertoe bij dat zijn laatste levensjaren beheerst werden door de oorlog die nooit ver weg was.

René Görtzen was de schoonzoon van Loe Lap. Met veel informatie van binnenuit schetst hij hoe Loe Lap in armoede opgroeide in de Jodenbuurt, in de oorlog drie jaar moest onderduiken en tientallen familieleden verloor, onder wie zijn ouders en broertje. Na de oorlog volgde een grillige bestaansopbouw en vanaf begin jaren zestig had hij zakelijke successen die hem landelijk bekend maakten. Hij was actief in de politiek (PVDA) en de voetballerij (Blauw-Wit en De Volewijckers), zette zich waar mogelijk in voor de schlemielen in onze samenleving en bouwde vriendschapsbanden op met een bonte schaar aan mensen,  van haringboer tot minister.

René Görtzen (1948) studeerde na twee jaar KMA in Breda, Pedagogiek en Filosofie in Amsterdam en Frankfurt am Main. Hij publiceerde over onderwerpen in beide disciplines. Recent onder meer: Janusz Korczak: arts en kinderboekenschrijver, Amsterdam 2017 en ‘Jürgen Habermas: Eine mondiale Auswahlbibliographie der Primärliteratur’, in: S. Müller-Doohm e.a. (red.), Habermas Global. Berlijn 2019.

Gepost op

In Groningen stond ons huis

In Groningen stond ons huis

Roof, onrecht en restitutie

Hubert van Blankenstein

Tijdens de nazi-bezetting duiken de ouders van Hubert van Blankenstein onder. Als ze uit de onderduik terugkomen begint voor de familie een nieuwe strijd; niet tegen een zichtbare vijand, maar tegen de koude en bureaucratische Groningse gemeentelijke machinerie. Zijn moeder Nettie is de enige overlevende bewoner van haar ouderlijk huis aan de Kamplaan 8, een prachtige villa, in 1941 gevorderd ten behoeve van de Wehrmacht. Na de oorlog weigert burgemeester Cort van der Linden deze vordering op te heffen, iets dat hij wel doet voor de niet-Joodse eigenaren van omliggende gevorderde Kamplaan woningen. Spelletjes en chicanes zorgen ervoor dat zijn ouders uiteindelijk de zeven jaar durende naoorlogse strijd moeten opgeven en de woning aan de Kamplaan in arren moede verkopen aan de gemeente Groningen. De nieuwe burgemeester Jan Tuin zit in de woning en weet van geen wijken. De gemeente Groningen heeft onderzoek laten doen naar het naoorlogse rechtsherstel van het geroofde Joodse onroerend goed. Om onafhankelijkheid te verzekeren heeft burgemeester Koen Schuiling de opdracht uitbesteed aan professoren van de Rijksuniversiteit Groningen. De rapporten die hiervan het resultaat zijn, heeft een storm van verontwaardiging ontketend bij zoon Hubert van Blankenstein. Ze impliceren dat zijn vader zelf het enorme financiële verlies van de familie heeft veroorzaakt. De Jood krijgt weer de schuld van het onrecht dat hem is aangedaan.

Om tot deze conclusie te komen, hebben de rapporten, aldus de auteur, een vals narratief gecreëerd zonder enig bewijs. Erger nog, het omvangrijk beschikbare schriftelijke bewijs wordt moeiteloos genegeerd of verworpen. Gemeente Groningen heeft inmiddels op morele gronden excuses aangeboden en de financiële schade vergoed, maar heeft nooit afstand genomen van het gewraakte rapport.

De Kamplaan 8 is slechts één verhaal. Hoeveel vergelijkbare tragedies blijven onopgemerkt in Groningen en in andere steden? Dit is een onthullende zoektocht naar vergeten onrecht. Het is de vraag of de prijs van waarheid en gerechtigheid daadwerkelijk is betaald.

 22.50Boek bestellen

Bij aanschaf van het boek ontvangt u automatisch het gratis side-boekje, deze kunt u downloaden op de bevestigingspagina of in de mail.

Gratis side-boekje

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 0.00Boek bestellen

Lees meer

Gepost op

J’accuse – brief aan prof.dr. Maarten Duijvendak en correspondentie

J’accuse

Brief aan prof.dr. Maarten Duijvendak en correspondentie

Hubert Blankenstein

Het Groningse onderzoek naar Joodse eigendommen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog stond ‘onder inhoudelijke en methodische leiding van prof.dr. Maarten Duijvendak van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG),’ aldus het Gemeenteraadsbesluit van 16 maart 2021. Het besluit vermeldt verder ‘dat het onderzoek wordt uitgevoerd onder leiding van de RUG geeft veel vertrouwen in de objectiviteit en kwaliteit ervan.’ Het onderzoek heeft de gemeente (en dus de gemeenschap) minimaal € 260.000 gekost. In mijn ogen voor een ondeugdelijk rapport waarbij waarheidsvinding niet het hoogste goed bleek. Ik was daarom genoodzaakt alle bevindingen van prof. Duijvendak te controleren en kom tot ontluisterende conclusies. Hier vindt u een samenvatting van ‘mijn’ onderzoeksresultaten – gratis en voor niets: voor de eer van mijn familie.

Extra content voor de geïnteresseerde lezer!

 0.00Boek bestellen

Gepost op

Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging

Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging

1945-2024

Frank van Vree

‘Het was prachtig zoals de wielen van de wagons in het begin in Nederland rolden …’ aldus een trotse Adolf Eichmann, het organisatorische meesterbrein achter de deportaties van de joden uit de door nazi-Duitsland bezette gebieden naar de vernietigingskampen, enkele jaren na de oorlog. Hij had alle reden tevreden te zijn. In geen enkel ander West-Europees land werd zo’n groot deel van de joodse bevolking weggevoerd en vermoord, en dat had ook te maken met de medewerking van veel Nederlandse instanties. Een harde en pijnlijke waarheid, die velen in Nederland aanvankelijk niet onder ogen wilden zien.

In dit boek wordt geschetst hoe Nederland met de herinnering aan de Jodenvervolging is omgegaan, vanaf de eerste jaren na de bevrijding tot aan de opening van het Nationaal Holocaust Museum in 2024. Opvallend daarbij is dat de nazistische vervolging in Nederland al in de jaren zestig een belangrijke plaats kreeg in de nationale herinneringscultuur, vooral dankzij het Eichmann-proces en het werk van Jacques Presser. Het nationalistische beeld van de oorlog als een periode van ‘onderdrukking en verzet’, waarin de Jodenvervolging in de eerste plaats werd gezien als een illustratie van de Duitse terreur tegen het Nederlandse volk, bleek niet langer houdbaar.

Vanaf de jaren negentig zou Nederland steeds meer onder invloed raken van de internationale herinneringscultuur die zich vormde rond het begrip ‘Holocaust’, een term die aanvankelijk buiten de VS geheel onbekend was. Dat proces laat zich goed aflezen aan het taalgebruik en de herdenkingsrituelen, maar ook aan monumenten, musea, media, film en literatuur. Rond de Holocaust ontstond een soort ‘burgerlijke religie’, die niet alleen politiek wordt beleden, in Europa, de VS en andere delen van de wereld, maar ook diep geworteld is in de cultuur en samenleving, te beginnen in Nederland.

Nederland en de herinnering aan de Jodenvervolging biedt een diepgravend overzicht van de omgang met de herinneringen aan de meest pijnlijke en ingrijpende episode uit de moderne Nederlandse geschiedenis.

Frank van Vree is em. hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het NIOD en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Hij publiceerde een groot aantal studies op het terrein van de moderne geschiedenis en historische cultuur.

 29.50Boek bestellen

Bij aanschaf van het boek ontvangt u automatisch het gratis side-boekje, deze kunt u downloaden op de bevestigingspagina of in de mail.

Gratis side-boekje

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 0.00Boek bestellen

Lees meer

Lees ook:

Frank van Vree, Het verleden als ritueel: over de ‘les van de geschiedenis’ voor het heden, Cleveringalezing, 27 november 2023

Frank van Vree, De misdaad der misdaden: Gaza en de Holocaust, De Groene Amsterdammer, 25 januari 2024

 

Gepost op

Joodse klokkenluiders

Joodse klokkenluiders

Hoe Alfred Wiener en David Cohen de wereld waarschuwden voor nazi-Duitsland

Piet Hagen

Al vanaf 1918 nam de anti-Joodse agressie in Duitsland verontrustende vormen aan. De Duitser Alfred Wiener besloot daarom het antisemitisme te bestrijden door alle uitingen daarvan te documenteren en zo de bevolking te waarschuwen. Toen Hitler aan de macht kwam vluchtte hij vanuit Berlijn naar Nederland, waar hij een bondgenoot vond in David Cohen, die sinds lang actief was voor de Joodse zaak en zich nu inzette voor de opvang van Joodse vluchtelingen in Nederland.

Samen richtten Wiener als directeur en Cohen als voorzitter het Jewish Central Information Office (jcio) op, dat vanuit de Jan van Eijckstraat in Amsterdam Joodse gemeenschappen, media, overheden en inlichtingendiensten in binnen- en buitenland informeerde over de gevaren van het nationaalsocialisme. Tussen 1934 en 1939 heeft het jcio zo’n twaalfhonderd persberichten en andere publicaties uitgegeven om de wereld te waarschuwen.

Toen premier Colijn in 1939 de vrees uitsprak dat deze activiteiten de Nederlandse neutraliteit in gevaar konden brengen, werd het bureau verplaatst naar Londen. Tot op de dag van vandaag is de Wiener Library, zoals de nieuwe naam luidt, een van de belangrijkste documentatiecentra op het gebied van racisme, antisemitisme en Holocaust.

In Joodse klokkenluiders beschrijft Piet Hagen het werk van Wiener in Duitsland, Nederland, Amerika en Engeland. Daarnaast schetst hij zowel de bijdrage van Cohen aan het informatiebureau als diens vele werk voor de Joodse vluchtelingen in Nederland. Terwijl Wiener na de oorlog alom geprezen werd voor zijn rol als klokkenluider, werden Cohens vooroorlogse verdiensten na de oorlog geheel overschaduwd door zijn omstreden optreden als voorzitter van de Joodse Raad tijdens de bezetting. De man die in de jaren dertig zo krachtig alarm had geslagen, bleek de moorddadigheid van het naziregime toch nog te onderschatten.

Piet Hagen (1942) is een journalist en non-fictie schrijver. Hij begon zijn loopbaan als redacteur van Trouw in 1967. Later was hij docent en directeur van de School voor Journalistiek in Utrecht (1983-1995), hoofdredacteur van De Journalist/Villamedia (1995-2002) en columnist van NRC Handelsblad (2003-2005). Sinds 2002 is hij fulltime auteur van boeken over geschiedenis. Hij publiceerde onder andere Politicus uit hartstocht – Biografie van Pieter Jelles Troelstra (2010), Koloniale oorlogen in Indonesië – Vijf eeuwen verzet tegen vreemde overheersing (2018) en Dubbel zondebok – Joodse journalisten in tijden van antisemitisme en vervolging (2022).



 24.50Boek bestellen



Gepost op

‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting

‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting

Laurien Vastenhout

In de periode na de Tweede Wereldoorlog werd voornamelijk negatief geoordeeld over de rol van ‘Joodse raden’ in bezet Europa. Ze werden gezien als werktuigen in de handen van de Duitse bezetter, die hadden bijgedragen aan het maatschappelijk isoleren en deporteren van de Joden. De vertegenwoordigers van deze organisaties werden en worden vaak nog steeds beschouwd als collaborateurs.

In deze eerste omvangrijke vergelijkende studie naar de ‘Joodse raden’ in Nederland, België en Frankrijk laat Laurien Vastenhout zien dat deze geschiedenis in werkelijkheid veel complexer is dan tot nu toe werd aangenomen. Met behulp van een breed scala aan bronnen, zoals persoonlijke getuigenissen, administratieve documenten en procesverslagen, ontrafelt de auteur de wordingsgeschiedenis van deze organisaties. Ze beschrijft hoe de Joodse leiders een weg probeerden te vinden tussen de steeds verdergaande eisen van de bezetter en de wens om Joden hulp te verlenen. Bovenal toont ze dat het functioneren van de ‘Joodse raden’ in de juiste (vooroorlogse) context beschouwd moet worden en geeft ze een grondig inzicht in de persoonlijke contacten die de raden hadden met de Duitse bezetter en clandestiene organisaties.

Eind 2023 werd het ‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting bekroond met de Yad Vashem International Book Prize for Holocaust Research.

Bekijk hier het inkijkexemplaar.

Laurien Vastenhout (1991) is onderzoeker en docent bij he NIOD Instituut voor Oorlogs-Holocaust-, en Genocidestudies in Amsterdam. Ze promoveerde op ‘Joodse Raden’ in West-Europa aan de University of Sheffield, Engeland. ‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting is een vertaling van Between Community and Collaboration: ‘Jewish Councils’ in Western Europe under Nazi Occupation (Cambridge University Press, 2022). Voor haar onderzoek kreeg ze verschillende beurzen, waaronder de Claims Conference Saul Kagan Research Fellowship in Advanced Shoah Studies en een Yad Vashem research fellowship. Voor haar nieuwe onderzoeksproject naar ‘Joods’/ ‘niet-Joods’ gemengd gehuwden tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg ze onlangs de prestigieuze VENI-beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).

 29.50Boek bestellen

Reacties uit de pers:

‘Dit boek biedt een genuanceerd beeld van de Joodse Raad. De Joodse Raad staat al sinds de bevrijding ter discussie. Waren de leden een soortcollaborateurs, konden ze niet anders of probeerden ze erger te voorkomen? Historicus Laurien Vastenhout schreef er een uitstekend proefschrift over. Het zou het nieuwe uitgangspunt kunnen worden van het Nederlandse debat over de Joodse Raad.’

Johannes Houwink ten Cate, emeritus hoogleraar Holocaust- en Genocide Studies aan de Universiteit van Amsterdam

Historisch Nieuwsblad, 23 januari 2023

‘In her new book, Dutch historian Laurien Vastenhout disproves long-held, often damaging assumptions about Holocaust-era ‘Judenräte’ in France, Belgium and the Netherlands.’

Matt Lebovic

The Times of Israel, 26 January 2023

‘Vastenhout bewaart het beste tot het laatst, de hoofdstukken 4 en 5, waarin zij achtereenvolgens de Duitse waardering voor de vier joodse raden en de betrokkenheid van de raden en individuele bestuurders bij verzetsactiviteiten behandelt – thema’s die in de bestaande literatuur goeddeels buiten beschouwing blijven.’

‘In zekere zin is Vastenhouts historiserende studie een ode aan de internationaal vergelijkende benadering: alle nieuwe inzichten, zo lijkt zij in de conclusie nog eens te willen onderstrepen, zijn daaraan te danken.’

Geraldien von Freitag Drabbe Künzel, Universiteit Utrecht

BMGN – Low Countries Historical Review | Volume 138 (2023)| review 68

Between Community and Collaboration [Engelse editie van ‘Joodse raden’ in West-Europa tijdens de Duitse bezetting] is an extensive study of both the institutional culture of Jewish councils in Western Europe and the intensely bureaucratic Nazi apparatus. In creating a framework that utilizes pre- and postwar sources, Vastenhout demonstrates the heterogeneous character of the councils and emphasizes that cooperation and resistance could occur simultaneously.’

Jazmine Contreras, Goucher College, Baltimore, MD, USA

Holocaust and Genocide Studies | Volume 37 | Number 2 | Fall 2023