Waarom Verbum Holocaust Bibliotheek?
Door: Gerton van Boom
Door veel mensen is mij deze vraag gesteld en ik heb altijd moeite daar snel een helder antwoord op te geven. Een bijdrage leveren aan ‘Nooit meer Auschwitz’ klinkt respectabel maar dekt voor mij niet helemaal de lading. Er zou meer moeten zijn.
Tijdens mijn studie geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Groningen werd geen aandacht besteed aan de holocaust. Mijn belangstelling kwam pas veel later. Slechts enkele jaren geleden eigenlijk. Ik heb toen een bezoek gebracht aan Auschwitz en Birkenau en viel van de ene verbazing in de andere. Toen ik in de paardenbarakken stond en mij realiseerde dat in een dergelijke paardenstal, die gebouwd was voor 50 paarden, meer dan 700 mensen en soms zelfs 900 mensen werden gehuisvest, vroeg ik mij af: ‘Hoe hebben de nazi’s dit kunnen bedenken en hoe hebben ze hun duivelse en absurde plan uitgevoerd? Welke minachting voor de menselijke waardigheid hadden ze? Hoe zijn ze erin geslaagd zes miljoen onschuldige mensen uit hun huizen te halen, te transporteren naar concentratiekampen in Duitsland en voornamelijk Polen en ze op industriële wijze te vermoorden? Dat was voor mij een groot raadsel en ik moet bekennen dat dit voor mij nog steeds een groot raadsel is. Hoe meer ik erover lees en hoe meer boeken ik uitgeef over dit onderwerp des te omvangrijker wordt deze grootste tragedie uit de geschiedenis.
Sinds mijn bezoek aan Auschwitz heb ik veel over de holocaust gelezen en realiseerde me dat veel belangrijke boeken nooit in het Nederlands zijn verschenen. Ik heb me toen voorgenomen een aantal van deze boeken in het Nederlands uit te geven.
Toen de eerste boeken begin 2005 verschenen, keek ik reikhalzend uit naar de recensies in de kranten. Bijna alle boeken hebben goede recensies gekregen en ik mag zeker niet klagen over de aandacht die de boeken hebben gekregen, maar een van de recensies heeft mij verbaasd. In het NIW, het Nieuw Israelietisch Weekblad, werden de boeken positief besproken. Maar de bespreking van Jaap Tanja begon als volgt:
‘Bij Amazon.com, het grote boekenverzendhuis op internet, zijn op dit moment “ zestig jaar na Auschwitz“ nog altijd bijna vierduizend titels leverbaar over de sjoa. Vierduizend, en dan hebben we het alleen maar over boeken die ook echt te koop zijn. Het is niet aan te raden, maar een mens kan de rest van zijn leven vullen met het lezen van boeken over dit dieptepunt van de twintigste eeuw. En de stapel groeit nog steeds.
In het Nederlandstalige deel van die stapel recent verschenen publicaties vallen de boeken van uitgeverij Verbum op. De kleine uitgeverij is deze maand zelfs met een nieuwe reeks begonnen: de Verbum Holocaust Bibliotheek. Of dat commercieel gezien een verstandig idee is, is een vraag die wij gelukkig niet behoeven te beantwoorden. Feit is wel dat het een serie keurig verzorgde boeken is c.q. zal worden.’
Ik heb mij over deze passage in de recensie verbaasd omdat de recensent tussen de regels door van mening is dat er wel genoeg boeken over de holocaust zijn. Hij vraagt zich impliciet af of nieuwe boeken nog wel een zinvolle bijdrage leveren aan de al omvangrijke stapel bestaande boeken. Mijn antwoord daarop is volmondig: ja! Er zijn nog zoveel boeken die meer dan de moeite waard zijn om ook in Nederland uitgegeven te worden. Ik hoop iedereen en ook het NIW te kunnen blijven verrassen met waardevolle nieuwe boeken.
Het aantal nog in leven zijnde holocaustslachtoffers neemt snel af. We moeten momenteel nog een laatste krachtinspanning getroosten om de verhalen van de laatste levende slachtoffers nog op te tekenen en ze een gedenkwaardige plaats te geven. Het maakt niet uit of er al veel boeken over het onderwerp zijn verschenen en nog leverbaar zijn. Ik beschouw het als een zinvolle levensinvulling om deze boeken te verzorgen. Ik roep ook iedereen op. Heeft u een vriend, kennis of familielid die graag zijn of haar oorlogservaring wil publiceren, neem dan met ons contact op. Elk verhaal is waardevol.
Het andere deel van de recensie in het NIW is in mijn geval misplaatst. Ik bedoel de vraag of het commercieel gezien verstandig is een dergelijke reeks uit te geven. Het antwoord daarop is nee, het is commercieel niet interessant, maar het voelt wel goed! Met een beetje steun zou het mogelijk moeten zijn de reeks Verbum Holocaust Bibliotheek kostendekkend te maken. Maar nogmaals, dat is niet het doel. Het doel is het uitgeven van boeken die de moeite waard zijn. Het doel is een laatste poging de nog tastbare getuigenissen te registreren. Het doel is ook het onderwerp levend te houden en ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk (jonge) mensen kennis kunnen nemen van de holocaust.
Dat laatste is ook broodnodig, want als ik de afgelopen weken de kranten lees, is het nog steeds noodzakelijk dat de geschiedschrijving over de holocaust steeds weer nieuw leven ingeblazen wordt. Een kleine greep uit talloze voorbeelden:
1. In Oostenrijk wordt een senator berecht omdat hij zich openlijk meermalen zich heeft afgevraagd of dat verhaal van de gaskamers wel goed is bestudeerd.
2. In het NRC Handelsblad van zaterdag 29 april 2006 stond een artikel over het initiatief van burgemeester Cohen over het project ‘Tweede Wereldoorlog in perspectief’. In dit artikel wordt duidelijk dat voor Marokkaanse en Turkse leerlingen van een vmbo-school in Amsterdam de holocaust iets anders is dan voor Nederlandse leerlingen. Je schrikt toch als een scholier roept: ‘Had Hitler maar gewonnen, dan hadden de Palestijnen nu een leven gehad.’ Je weet dat een dergelijke uitspraak voornamelijk pubergedrag is. Maar het is ook onwetendheid. Ik ben daarom dankbaar dat ik ook het boek van Rob Cohen mag uitgeven, dat hij samen met Sophie Aalders maakt. Hij gaat al jaren naar vmbo-scholen om daar zijn ervaringen te vertellen. Hij doet dat onafgebroken, op eigen wijze en met zeer veel energie. Ik stel mij dan ook ten doel zijn boek gratis op vmbo-scholen te verstrekken, hoewel dat commercieel gezien misschien niet verstandig lijkt.
3. Het jaarlijkse Nationaal Vrijheidsonderzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Uit dit onderzoek blijkt dat een groot deel van de Nederlanders denkt dat de jodenvervolging een van de redenen was voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. Volgens het onderzoek is ook het kennisniveau van jongeren beneden de 25 jaar zorgelijk.
4. Een ander nieuwsfeit waarover wij ons ernstig zorgen moeten maken is de gek die ze in Iran tot president hebben gekozen. Wat deze man over de holocaust en Israël verkondigt moet ons doen vrezen voor de toekomst. Het zou geen kwaad kunnen als de reeks Verbum Holocaust Bibliotheek ook in het Iraans vertaald zou worden.
5. En tot slot werden we de afgelopen week opgeschrikt door het boek van Ies Vuijsje met als titel: Tegen beter weten in. Zelfbedrog en ontkenning in de Nederlandse geschiedschrijving over de jodenvervolging. Het eerste deel van de titel vind ik goed gekozen, maar de ondertitel is teleurstellend. Dit boek is waarschijnlijk ontstaan uit dezelfde nieuwsgierigheid die ik zelf ook nog steeds heb. Waarom gingen de Joden als makke lammeren naar de slachtbank? De berichten van Hitler leken ondubbelzinnig. Hoe onzinnig was het om zieken, kleine kinderen en ouderen te deporteren naar werkkampen? Je kon toch wel op je klompen aanvoelen dat deportatie geen verbetering van de levensomstandigheden zou inhouden? Voordat de eerste razzia’s werden gehouden, verschenen er al sombere berichten over het trieste lot van sommige Poolse Joden. Er waren al talloze berichten in de kranten doorgesijpeld en toch heeft niemand, uitzonderingen daargelaten iets gedaan. Velen hadden niet de mogelijkheid, de relaties of de durf om onder te duiken.
In het boek moet natuurlijk de Joodse Raad het ontgelden. Maar nog vele anderen ook. Vuijsje maakt korte metten met Presser, Herzberg en vooral Lou de Jong. Ze hadden allen op enigerlei wijze een rol gespeeld in de oorlog en de Nederlandse holocaust en waren op de hoogte van berichten over de verschrikkingen in Polen. Ze hebben niets gedaan en na de oorlog hebben ze in hun geschiedschrijving de zaak bewust verkeerd voorgesteld: ‘Ze zouden het niet geweten hebben. Pas na de oorlog werd definitief duidelijk welke taferelen zich in het oosten hebben afgespeeld. Ik zal u niet vermoeien met de discussie onder historici die is ontstaan en nog wel een tijd zal voortduren, maar een ding moet me van het hart.
Berichten en feiten zijn twee fundamenteel verschillende zaken. Er is een verschil tussen weten op basis van berichten en weten op basis van feiten. En dat laatste ontbrak er aan. Helga Herzberg wist al van Auschwitz voordat zij werd opgepakt en gedeporteerd naar Auschwitz. Haar vader had het al op de radio gehoord. Maar wat ze precies moest verwachten in Auschwitz wist ze niet. Vele anderen wisten ook dat deportatie naar Duitsland en Polen geen jolige vakantie zou worden. De meesten wisten niet op basis van feiten van de industriële vergassing, sommigen wisten het wel op basis van al of niet juiste berichten. Trekken we deze parallel door naar het heden: Wat moeten we dan met Iran?
Ik vind dat Vuijsje veel te hard en te scherp oordeelt. Het lijkt er ook op dat de auteur met de hedendaagse bril naar het verleden kijkt. Tegenwoordig kan iedereen op de hoogte zijn van elk nieuwsbericht waar op de wereld ook gebeurd. Vaak zijn er al na enkele uren beelden beschikbaar van het rampgebied via satelliet, televisie en internet. Toen was dat wezenlijk anders. Wat moest je met de berichten uit het oosten die niemand kon verifiëren? Volgend jaar zal ik het indrukwekkende boek van de Franse toneelspeelster Charlotte Delbo uitgeven. Van haar heb ik altijd deze uitspraak onthouden die ik aan Vuijsje ter overweging wil meegeven: ‘We waren voorbereid op het ergste, maar niet op het ondenkbare.’
Daarnaast heb ik van Rob Cohen geleerd dat mensen toen veel gezagsgetrouwer waren dan nu. Als een politie-agent, een ambtenaar je iets opdroeg dan deed je dat. Als de Joodse Raad zei dat je je koest moest houden en moest gehoorzamen dan deed je dat. Vandaag de dag is het ondenkbaar dat 100.000 mensen zich zouden laten deporteren door nazi’s die al jaren riepen dat ze de joden zouden uitroeien. Het is dus goed de slachtoffers altijd zelf aan het woord te laten. De lezer krijgt zodoende een goed beeld van de beweegredenen van de slachtoffers van toen. De historicus moet in zijn oordeel rekening houden met de tijdgeest en de omstandigheden. Als je dat niet doet, krijg je boeken met een ondertitel als: ‘Zelfbedrog en ontkenning.’ Hoewel vanuit commercieel oogpunt een dergelijke boek aantrekkelijk lijkt, immers het nieuws heeft op de voorpagina’s van De Volkskrant en het NRC Handelsblad gestaan, zodat de eerste druk al wel uitverkocht zal zijn, ben ik blij en vol trots u de echte geschiedenis te kunnen presenteren. Te weten de boeken van Helga Herzberg en Jaap en Ina Polak.
De vraag ‘Waarom Verbum Holocaust Bibliotheek?’ heeft voor mij ook een persoonlijk aspect. Ik denk niet dat ik met mijn reeks boeken de wereld zal veranderen. Ik zal ook niet het antisemitisme of discriminatie in het algemeen kunnen uitbannen door de boeken. Immers, de belangrijkste doelgroep leest de boeken hoogstwaarschijnlijk niet. In de zaal zijn mijn twee dochters aanwezig en als zij begrijpen waarmee ik bezig ben, en ik ben daarvan overtuigd, heb ik de wereld gewonnen en is mijn initiatief geslaagd.
Gerton van Boom
Uitgeverij Verbum
Amsterdam, 2 mei 2006
Ook van Uitgeverij Verbum: Rockklassiekers.