Beschrijving
Veel is bekend over de vernietigingskampen, veel minder is bekend over het leven in de getto’s, de voorportalen van de dood. De nazi’s richtten in de bezette gebieden in het oosten honderden getto’s in, variërend van het getto van Warschau met een half miljoen inwoners, tot de talloze piepkleine getto’s op het platteland, waar slechts enkele tientallen joden verbleven.
In De getto’s van Hitler schetst Gustavo Corni een beeld van het leven in deze getto’s, dat in het teken stond van honger en ziekte, van razzia’s en dwangarbeid, van overbevolking en terreur. Meestal lieten de Duitsers het bestuur van deze getto’s over aan een Joodse Raad en de ordehandhaving aan een joodse politiemacht. Hoe gingen deze bestuurders om met hun verantwoordelijkheid? Hoe konden ze beslissingen nemen die vaak duizenden van hun medemensen een wisse dood in dreven?
Corni schetst, gebruikmakend van talloze, vaak nog onbekende dagboeken en herinneringen, een uiterst levendig en schrijnend beeld van het dagelijkse leven in de getto’s. Er zijn veel persoonlijke documenten uit de getto’s bewaard gebleven, opvallend vaak geschreven door vrouwen.
Schrijven was in deze omstandigheden vaak een teken van verzet, een ultieme poging om nog een laatste restant van menselijke waardigheid te behouden in een door en door ontmenselijkte omgeving.
‘Dagboeken en herinneringen uit de getto’s bleken een uitzonderlijk waardevolle bron van informatie (…). Alleen op die wijze kunnen we de werkelijkheid vatten van de wereld van de getto’s, een wereld die tintelt van het leven en van de tegenstellingen.’ Gustavo Corni, hoogleraar aan de Universiteit van Trento.