Joden op drift
Afgelopen weken was er weer veel aandacht voor de Holocaust. Op 23 november 2016 werd de eerste aflevering vertoond van de miniserie De Zaak Menten naar het onderzoek en boek van Hans Knoop. Ook werd op deze dag een poëziealbum-gedicht van Anne Frank uit 1943 geveild voor € 140.000. Eerder besteedde De Volkskrant aandacht aan de nieuwe geannoteerde versie van Mein Kampf van Adolf Hitler (‘Van Mein Kampf kun je leren wat de kracht van onzin is’). Een belangrijk werk, want zonder Hitler geen Holocaust.
We werden opgeschrikt door het smakeloze bericht van Holocaust on Ice. IceAge, een programma dat te vergelijken is met Sterren dansen op het ijs. Gekleed in een streepjeskostuum met gele davidster voerden olympisch kunstschaatskampioen Tatiana Navka en acteur Andrei Burkovsky een routine uit waarin zij gevangenen uit een concentratiekamp voorstellen. In het begin van de kuur kijkt het paar elkaar serieus aan, maar al snel breekt een lach door en worden de kenmerkende draaien en sprongen uitgevoerd. Ook zien we hoe Navka en Burkovsky elkaar zogenaamd neerschieten met een geweer. De kuur was gebaseerd op de film La Vita e Belle. Verontwaardiging alom, maar het is toch intrigerend wat de makers in gedachte hadden toen ze dit ballet bedachten? Nu is het wel bekend dat de Holocaust niet heel veel aandacht heeft gekregen in de Sovjet-Unie, maar iedereen kan aanvoelen dat er een dergelijke vermaak zich moeilijk laat combineren met een tafereel uit het concentratiekamp.
Daarnaast verschenen er vier nieuwe boeken die vermeldenswaard zijn: The Holocaust, Israel and ‘the Jew’. Histories in Postwar Dutch Society, een uitgave van het NIOD (Remco Ensel en Evelien Gans red.), Lenteloos voorjaar. Oorlogsdagboek 1940-1941 van Hanny Michaelis, De bewakers van Westerbork van Frank van Riet en Joden op drift van Joseph Roth. En dat laatste boek zullen we hier bespreken.
Jospeph Roth is een belangwekkend Joods-Oostenrijks auteur van boeken als Radetzkymars en Job. Zijn essaybundel Juden auf Wunderschaft uit 1927 werd in 1937 aangevuld met een tweede aanvulling. Het boek is nu voor het eerst vertaald in het Nederlands voorzien van een voorwoord van Geert Mak, tekeningen van Paul van der Steen en een nawoord van vertaalster Els Snick. Als een boek van een dergelijk bekend auteur nooit eerder uitgegeven kan dat twee dingen betekenen: het is een verloren pareltje of het was niet de moeite waard. We gaan op onderzoek uit…
Geert Mak opent zijn inleiding met: ‘Joden op drift is een zeldzaam juweel uit een verloren tijd.’ Ja, dat zet de toon natuurlijk. Volgens mij is Geert Mak wel een verdienstelijk auteur van geschiedkundige werken, maar geen erkend deskundige op het gebied van de geschiedenis van het Joodse volk, de Jodenvervolging en wat daarmee samenhangt. De inleiding ademt daardoor de sfeer van een vriendendienst uit. Aan het einde van zijn inleiding schrijft Mak: ‘In de kern is dit kleine juweel een liefdesverklaring aan het “armenhuis” waaruit Roth zelf voortkwam, aan die schimmige Oost-Europese joden die we enkel nog kennen als een handvol foto’s, als een enkel beeld op een vergeten film.’ In vijf opstellen wil Roth de niet-joden en de joden uit West-Europa begrip bijbrengen voor het ellendige bestaan van de Oost-Europese joden. Hij doet dat op een animerende maar generaliserende manier. Dat maakt het wel tot vermoeiende lectuur op een gegeven moment. De jood bestaat natuurlijk niet.
In 1937 schrijft Roth het tweede voorwoord bij zijn boek en dit epistel is het meest boeiende van de bundel geworden. Hij is erg duidelijk, als je in 1937 het gevaar nog niet ziet… Hij windt zich op over de Duitse joden het trekken verleerd zijn. Ze voelen zich in de eerste plaats Duits. Het ware joodse karakter hebben ze afgelegd. ‘Het zijn als slakken met twee huizen op hun rug.’ … ‘Hij trekt – of nee, hij wankelt eerder, in de ijdele hoop dat het allemaal zo erg niet zal worden – een hoop die niets anders is dan moreel verderf. Hij beschuldigt de Duitse joden ervan dat ze bereid zijn tot een compromis waarbij ze als minderwaardig worden behandeld. Hij is bozen op ze omdat ze zwijgen over alle vernederingen die ze moeten ondergaan. ‘Hun vermogen die vernedering te verdragen is hun grootste geluk.’
‘Miljoenen proleten hebben dringend een paar honderdduizend joodse stakkers nodig om – zwart-op-wit – hun superioriteit te bewijzen.’ De tirade gaat door en is terecht. Maar wat is de oplossing? Joseph Roth geeft eerlijk toe dat hij geen toverstokje heeft. ‘Tot volledige gelijkberechtiging en waardigheid die nodig is om vrij te leven, kunnen joden pas komen als hun ‘gastheervolkeren’ zelf vrije mensen zijn geworden met een waardigheid die hun toestaat begrip te hebben voor menselijk leed. Het is nauwelijks aan te nemen dat de ‘gastheervolkeren’ de weg naar deze vrijheid en deze waardigheid zullen inslaan. Gelovige joden blijft de hemelse troost. De anderen het ‘vae victis’. We schrijven 1937.
Een juweel is Joden op drift niet. Wel is het een eerlijk en onbarmhartig boek van iemand die zijn broeders niet de hand boven hun hoofd hield. Een keiharde spiegel en een les voor de toekomst.