Gepost op

De onbekende kampen van Aktion Reinhardt

De onbekende kampen van Aktion Reinhardt

Belzec – Treblinka – Sobibor

Alexander Williams

De Holocaust begon in Oost-Europa met het massaal doodschieten van Joden in Polen, Baltische staten, Wit-Rusland, Oekraïne en Rusland. Maar al snel werd gezocht naar andere, minder belastende methoden voor de Duitse soldaten. Hiervoor werden de zogenaamde Aktion Reinhardt-kampen (Belzec, Treblinka en Sobibor) opgezet waarheen de Joden meestal per trein vervoerd werden en met gas vermoord werden. Een relatief onbekende geschiedenis. Ongeveer een derde van de Nederlandse Joden verdween in de gaskamers van Sobibor.

Stichting Sobibor organiseert jaarlijks een verdiepingsreis voor docenten en andere geïnteresseerden naar het oosten van Polen en bezoekt de Aktion Reinhardt-kampen en plaatsen als Lublin, Izbica en Trawniki.  Ter voorbereiding op deze reis kan dit boek gelezen worden. Maar ook is De onbekende kampen van Aktion Reinhardt interessant voor scholieren en andere belangstellenden.

Alexander Williams is promovendus en docent aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de geschreven getuigenissen van overlevenden uit de voormalige Aktion Reinhardt-vernietigingskampen Belzec, Treblinka en Sobibor. Door zich toe te spitsen op de ruimtelijke en temporele aspecten van deze teksten onderzoekt hij waarom overlevenden zichzelf veelal portretteerden als spookachtige figuren – als mensen die zich noch tot de levende noch tot de doden vonden toebehoren. Met behulp van methodologieën geïnspireerd door de filosofie, geschiedenis en astrofysica probeert hij antwoorden te vinden op deze vraag. Hij is verbonden aan Stichting Sobibor en medebeheerder van het European Journal of Life Writing.

Gepost op

Het Joodsche Weekblad

Het Joodsche Weekblad

Hoe de krant van de Joodse Raad een onmisbaar werktuig werd in de Duitse Jodenvervolging

David Kann

Velen weten van het bestaan van Het Joodsche Weekblad, toch hebben maar weinigen zich gewaagd aan een diepgravend onderzoek naar de geschiedenis van deze krant. In deze allereerste monografie over een waar journalistiek wangedrocht wordt uiteengezet waarom en hoe het weekblad een cruciale rol speelde bij de vernietiging van de Nederlandse Joden, een rol die veel groter blijkt te zijn dan tot nu toe werd onderkend.

Er wordt beschreven hoe de Duitse bezetter al in de herfst van 1940 alle Joodse kranten verbood en een eigen Joods weekblad oprichtte voor een exclusief Joods lezerspubliek, zoals ze in Duitsland al deden sinds 1938. Vanaf april 1941 werd Het Joodsche Weekblad het orgaan van de Joodse Raad. De voorzitters Abraham Asscher en David Cohen moesten op last van de Duitsers de persoonlijke verantwoordelijkheid voor het hoofdredacteurschap op zich nemen. In deze zogenoemde ‘nieuwe editie’ van Het Joodsche Weekblad verschenen de mededelingen en voorschriften van de nazi’s. Abonnees konden verder lezen over Joodse sociale, culturele, educatieve en religieuze zaken of advertenties bekijken die alleen op hen betrekking hadden.

In dit boek komen de dilemma’s aan de orde waarmee de redacteuren en exploitanten van het weekblad te maken kregen. Bovenal werpt het boek licht op de levens van de lezers die zich op de lange weg van isolement en ontbering bevonden, een doodlopende weg die eindigde in massale deportaties.

David Kann (1951), zoon van uit Nederland en Duitsland gevluchte ouders, groeide op in Londen, waar hij allereerst hun talen leerde te spreken. Zijn grootouders van beide kanten en de meeste naaste familieleden werden in Auschwitz-Birkenau, Sobibór en Theresienstadt vermoord. Zij die de oorlog overleefden kwamen terug uit de kampen of de onderduik.

Gepost op

Kampdokter

Kampdokter

in dwangarbeiderskampen onder de rook van Auschwitz

Isaac Cohensius

Op de valreep als arts afgestudeerd in Utrecht. Daarna direct door naar Westerbork. En van daaruit maakte Isaac Cohensius een lange en barre tocht naar diverse zogenoemde ‘Cosel-kampen’ in de buurt van Auschwitz-Birkenau. Dat waren dwangarbeiderskampen ten behoeve van de Duitse industrie, waar Organisation Schmelt een belangrijke rol speelde. Isaac was daar arts, waar hij een niet te benijden rol vervulde tussen de kampbewaking en collega-gevangenen. De arme Amsterdamse Joden vertrouwden hem vaak niet, terwijl de SS hem als Jood minachtte.

Isaac heeft in minimaal zeven van deze kampen in Silezië gewerkt: Niederkrich, Seibersdorf, Blechhammer, Sankt Anna, Faulbrück, Gräditz, Langebielau-Sportschule (Reichenbach). In Blechhammer ontmoet hij de Poolse zussen Eugenia en Frieda Lemberger. Eugenia bezwijkt aan vlektyfus, Frieda is ernstig verzwakt en haalt het net. Na de oorlog trouwt hij met Frieda. Later emigreren ze naar Israel. Over Westerbork en de eerste drie Cosel-kampen heeft Isaac zijn herinneringen rond 1947 op papier gezet. Hij heeft zijn verhaal nooit meer afgemaakt.

‘Naast het belang voor de specifieke geschiedschrijving van het artsenberoep en voor die van de vernietiging van de Nederlandse Joden, is dit boek ook van grote menselijke waarde. Dit ‘egodocument’ bezit een enorme kracht om mensen, iedereen die het wil lezen, te laten invoelen in hoe het was. Voor zover dat ooit mogelijk zal zijn.’

 24.50Boek bestellen

Reis naar Polen

Wij hebben Stichting Holocaustkampen gevraagd om een reis samen te stellen naar Auschwitz-Birkenau en de kampen in de buurt van Auschwitz waar Isaac Cohensius gevangen heeft gezeten en als arts werkzaam is geweest. De reis vertrekt op 10 mei 2025 en wij keren weer terug op 16 mei. Als bijlage treft u een beschrijving van deze reis aan. De reis vindt plaats onder deskundige leiding van Lion Tokkie, voorzitter van Stichting Holocaustkampen. Zie voor meer informatie en aanmelding: https://holocaustkampen.nl/de-7-daagse-reis-naar-auschwitz-en-de-dodenmarsen/

Reisbeschrijving

Gepost op

De politiek van de geschiedenis

De politiek van de geschiedenis

Een beschouwing over herinneringen, geschiedschrijving en multiperspectiviteit

Frank van Vree

De politiek van de geschiedenis is een essay over de politieke dimensies van de publieke herinneringscultuur en de geschiedschrijving. Daarbij gaat het niet alleen om de al dan niet bewuste inzet van de geschiedenis door politici en overheden, in democratische zo goed als in autoritair geregeerde landen, maar ook om alledaagse omgangsvormen met het verleden, in het onderwijs, de media, de kunsten of de musea. Zelfs de geschiedschrijving, die streeft naar zo aannemelijk mogelijke, wetenschappelijk onderbouwd beeld van het verleden, heeft onvermijdelijk politieke dimensies. Deze argumenten worden geïllustreerd met concrete voorbeelden, zoals de wereldwijde opkomst van gemusealiseerde plaatsen van terreur en de ‘memory wars’, in het oosten van Azië, maar vooral in Oost-Europa en Rusland, waarvan een rechte lijn loopt naar de huidige oorlog in de Oekraïne. In dit krachtenveld is het de taak van de historicus om zich – met alle hindernissen en beperkingen – te verdiepen in het denken en de drijfveren van alle historische actoren. Een dergelijke multiperspectiviteit is onmisbaar voor een beter begrip van het verloop van historische gebeurtenissen en daarmee voor een overtuigender interpretatie van dat verleden. Geschiedschrijving kan dus niet zonder multiperspectiviteit – een zienswijze die zo oud is als de geschiedschrijving, en geen uitvinding van cultuurmarxisten of woke historici, zoals nationalistische en andere ideologische gelovigen verkondigen.

Frank van Vree is em. hoogleraar Geschiedenis van Oorlog, Geweld en Herinnering aan de Universiteit van Amsterdam. Eerder was hij directeur van het niod en decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen van de UvA. Hij publiceerde een groot aantal studies op het terrein van de moderne geschiedenis en historische cultuur.

 0.00Boek bestellen