Gepost op

Ontsnapt aan het moffentuig

Ontsnapt aan het moffentuig

Het verhaal van een Joodse slager tijdens de oorlog

Lou Wolf

‘Met een prop van zenuwen in zijn keel schreeuwde hij door het apparaat dat ik zo vlug als ik kon, koste wat kost, weg moest gaan. “Ga naar buiten waar je wilt, kijk niet op geld, maar blijf uit hun poten.” Ik moest mij alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, onder het oog van de NSB’ers in de zaak uit de voeten maken.’ Zo beschrijft slager Lou Wolf het telefoontje van zijn vader naar de winkel als in 1941 de razzia’s beginnen. De Joodse Wolf deed alles om uit handen van de Duitsers te blijven. Hij probeert naar Engeland te ontsnappen, later naar Zwitserland; hij wendt een ernstige ziekte voor. Hij regelt een Sperrstempel om voorlopig uit Westerbork te blijven; met simulatie, mooie praatjes en fooien weet hij te voorkomen dat hij en zijn vrouw uit huis worden gehaald. Uiteindelijk gaan ze onderduiken, hun dochter van twee in een ander gezin dan zijzelf.

Wat de oorlogsherinneringen van Lou Wolf bijzonder maken, zijn de uitgebreide en indringende persoonlijke beschrijvingen. We weten dat de Joden een ster moesten dragen, hun banen, huizen en bedrijven verloren, maar Lou Wolf beschrijft heel precies hoe dat gebeurt en welk effect dat op hem en zijn naasten heeft. Zoals hij ook nauwkeurig weergeeft hoe hij te werk ging om ambtenaren, keuringsartsen en de politie gunstig te stemmen en te bewegen niet tot actie over te gaan. 

Het relaas van Lou Wolf heeft jaren in een laatje gelegen. Op aandringen van buiten besloten de kinderen Wolf het werk van hun vader tot een uitgave te maken. Ze hopen daarmee het besef te vergroten over hoe het destijds voor duizenden Joodse families moet zijn geweest om – als ze overleefden – die verschrikkelijke vijf jaar door te komen. 

Lou Wolf (1916-1985) was bedrijfsleider in een van de slagerijen van zijn schoonvader Wallach toen de oorlog uitbrak. Na de oorlog bouwde hij samen met Wallach het bedrijf uit en na diens overlijden zetten Lou en zijn vrouw Selma het familiebedrijf voort. Lou was een actieve, creatieve man. Hij turnde, speelde viool, zong, tenniste en was verwoed filmer. Hij ontwierp en maakte zijn eigen reclames. Zijn etalages werden diverse keren bekroond. 

 24.50Boek bestellen

Gepost op

‘Maar ik ben geen schooier’

‘Maar ik ben geen schooier’

Nico van Nieuwenhuysen

Arts in kamp Amersfoort en aan het Oostfront

Adriaan van Es en Arjeh Kalmann

Veroordeeld tot twintig jaar cel en een levenslang beroepsverbod; hoe kon het zover komen? Nicolaas van Nieuwenhuysen was een bekwaam en gerespecteerd chirurg, een maatschappelijk geëngageerde notabel die in een van de mooiste huizen op de Amersfoortse Berg woonde. Hij koos na de bezetting in mei 1940 de kant van de Duitsers en ontpopte zich als een bijzonder hardvochtige kamparts in kamp Amersfoort. Met de Nederlandse Ambulance trok hij als SS’er en als chef-chirurg naar het Oostfront om gewonde Duitse soldaten te behandelen.

Zijn vrouw en hun drie zonen werden na de oorlog samen met andere ‘foute’ Nederlanders langdurig in kamp Amersfoort en andere kampen opgesloten en kregen te maken met op wraak belust bewakingspersoneel. De enige schuld van de zonen bestond eruit dat zij kinderen waren van Nico van Nieuwenhuysen.

Nico van Nieuwenhuysen (1889-1967) gaf voor zijn rechters toe dat hij een ‘harde man’ was geweest, maar ‘geen schooier’. De schrijvers van dit boek, die konden beschikken over het familiearchief van Van Nieuwenhuysen met onder meer veel nooit eerder gepubliceerde foto’s, laten de feiten spreken en wijden het slothoofdstuk van hun boek samen met Nico’s kleinzoon Nicolaas-John aan morele en medisch-ethische kwesties. Met als belangrijkste vraag: hoe kon Van Nieuwenhuysen de Eed van Hippocrates, waarmee iedere arts zweert het belang van de patiënt altijd voorop te stellen, zo flagrant schenden?

Adriaan van Es (Rotterdam, 1948) studeerde geneeskunde in Utrecht en volgde daarna de huisartsopleiding en de opleiding tot tropenarts. Na vier jaar als arts in Ghana gewoond en gewerkt te hebben, vestigde hij zich als huisarts in Amersfoort en voerde daar 35 jaar zijn praktijk. Daarnaast is hij betrokken bij medisch mensenrechtenwerk.

Arjeh Kalmann (Amsterdam, 1950) heeft veertig jaar gewerkt als regionaal journalist. De laatste jaren van zijn journalistieke loopbaan was hij hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad en de Amersfoortse Courant. Hij heeft als journalist veel geschreven over de oorlog, onder meer over de razzia in Putten en over kamp Amersfoort.

 29.50Boek bestellen

Video’s boekpresentatie

Video boekpresentatie van De Stad Amersfoort